Een lichtplan opstellen: hoe doe je dat?

Verlichting vormt een sfeerverhogend en praktisch onderdeel van je interieur. In een lichtplan leg je onder meer de plek, sterkte en grootte van je lampen vast. Wanneer je gaat verhuizen, verbouwen of je woning opnieuw gaat inrichten, is het handig om na te denken over een lichtplan. We leggen je stap voor stap uit waar je op moet letten bij een lichtplan opstellen. Aan de slag!

Stap 1: Maak een schets van je woning

De basis van een lichtplan ligt bij de plattegrond van je woning. Het is daarom belangrijk dat je van elke ruimte een schets maakt en de indeling ervan in beeld brengt. Dit kun je het best doen door elke ruimte met de bijbehorende meubels op de plattegrond te laten zien. Om de interieurschets compleet te maken, geef je met vlekken aan waar je verlichting wilt hebben.

Beeld Een voorbeeld van een schets waarin overzichtelijk staat waar je meubels en verlichting komen en hoe deze ruimte ingedeeld is.

Stap 2: Houd de aansluitpunten in gedachten

In een nieuwbouwhuis kun je vaak zelf bepalen waar de aansluitpunten voor verlichting komen. Inbouwverlichting behoort dan ook tot de mogelijkheden. In een bestaand huis liggen de aansluitpunten vast. Er zijn ook dan genoeg opties om licht te hebben op de plek waar je dat wilt. Je kunt steeds meer spelen met de bedrading van een lamp waardoor hij niet per se boven het aansluitpunt hoeft te hangen. Denk bijvoorbeeld aan een decentrale lamp die door het flexibele armatuur licht kan richten op een door jou uitgekozen plek.

Stap 3: Denk na over de technische mogelijkheden

De lichtsterkte (Lumen) en lichtkleur (Kelvin) spelen een belangrijke rol. In een woning met een hoog plafond biedt een lamp met een hogere waarde in Lumen uitkomst om voldoende licht te creëren. Met de plaatsing van een dimmer bepaal je de lichtintensiteit zelf. Je kunt daarnaast het best kiezen voor lampen in dezelfde lichtkleur. De lichtkleur wordt steeds koeler bij een hoger aantal Kelvin. In je woning kun je het best kiezen voor 2700 Kelvin. Een werkplek wordt vaak verlicht met 3000 Kelvin.

Handig om te weten: iemand van 65 jaar heeft 3,5 keer zoveel licht nodig dan iemand van 25 jaar. Door voor een dimmer te kiezen, kun je de lichthoeveelheid naar eigen wens instellen. Het is ook belangrijk om te kijken naar het aanwezige kleurgebruik in een ruimte. Licht kleurgebruik in een interieur reflecteert licht terwijl donkere kleuren licht absorberen. Dat betekent dat een ruimte met veel donkere kleuren meer (kunst)licht nodig heeft

Stap 4: Bepaal de functie en sfeer

Het is tijd om in je plattegrond aan te geven welke plek in een ruimte welke soort verlichting nodig heeft. De functie van een ruimte is daarom van groot belang. We maken onderscheid in vier soorten licht: direct, indirect, accent en diffuus. Begin eerst met basisverlichting (vaak hanglampen en plafondlampen) en vul dit aan met sfeerverlichting (denk aan vloerlampen, wandlampen of tafellampen) en tot slot: functionele verlichting (bijvoorbeeld leeslampen). Dit heeft invloed op de soort lamp en de sfeer die een ruimte krijgt.

Beeld Van links naar rechts vind je direct licht, indirect licht, accentlicht en diffuus licht.

Stap 5: Kies passende verlichting uit

Je weet nu aan welke eisen je lampen moeten voldoen. Het leukste onderdeel kan beginnen: jouw favoriete verlichting uitzoeken. Zorg voor voldoende variatie in hang-, vloer- en wandlampen zodat een ruimte gelijkmatig verlicht wordt. Spotjes en lichtstrips kunnen goed van pas komen aan de binnenkant van je gaderobe- en boekenkast. Hieronder vind je een overzicht van verschillende soorten verlichting.

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen over een lichtplan opstellen? Neem dan gerust contact op met de afdeling Klantadvies via info@flinders.nl of 020 - 30 30 630.